Gilde-altaar der looiers en schoenmakers. De eerste twee heiligen stonden op het altaar, met de werkstukken van het ambacht, (schoenen) uitgebeeld. | 333 |
12. Crispinus en Crispinianus. Schoenmakers en looiers. | 373 |
Zesde van zeven altaren in de straalkapellen, beginnende aan de zijde van de Hinthamerstraat; verder het altaar van Nicolaus. Het altaar van Crispijn, van Crispinianus en Willibrordus en later altaar van Blasius genoemd, door het gild der schoenmakers en looijers gesticht, had een beneficie, dat dagelijks de Mis vorderde onder het inkomen van negen mudde rogge en dertien gulden. | 201 |
In de tegenwoordige charitaskapel met beelden van den H. Vincentius en de H. Elisabeth, gelegen naast de kapel van de snijders | 240 |
en droogscheerders, stond een altaar toegewijd aan den H. Crispinus en den H. Crispinianus. Het behoorde aan de schoenmakers en looiers toe. Beide heiligen stonden met werkstukken van het ambacht als attributen op het altaar uitgebeeld. Ook de H. Willibrordus en de H. Blasius werden aan hetzelfde altaar vereerd. In 1377, wanneer iedere meesterszoon, naast de betaling van een entréegeld van 5 schellingen, een pond was voor de ambachtskaars bij zijn meesters-opname in het gilde moest leveren, onderhielden de gildebroeders denkelijk alleen nog maar een „ambachtskersse”, maar bestond het altaar nog niet. Wel in 1422. In 1477 werd iedere leerling bij zijn „inneganck” tot betaling van een pond was verplicht om het beeld van beide heiligen te verlichten.1 | 241 |
Noten | |
1. | Mosmans, St. Janskerk, blz. 33, blz. 435; B. 24, art. 1; B. 43, art. 4; B. 66, art. 3. |
1622 |
Kapittel 22. Toelaag aan de dekens der looijers, voor het schilderen van hunnen altaar.
R.A. van Zuijlen, Inventaris der Archieven van de Stad
|
|
1623 |
Kapittel 23. Toelaag aan dekenen der Schoenmakers tot versiering van hun altaar in St. Jans kerk.
R.A. van Zuijlen, Inventaris der Archieven van de Stad
|
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 132